De Anemone blanda is een vaste plant uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae). Oorspronkelijk komt de Anemone blanda uit Zuidoost-Europa tot centraal Azië. De Nederlandse naam is Oosterse anemoon.
De naam Anemone is afgeleid uit het Griekse woord “anemos” dat “wind “ betekent. Het woord “blanda” komt van het Latijnse woord “blandus” dat “charmant” betekent.
De Anemone blanda is geen bol maar een knolvormende vaste plant. De knol lijkt meer op een verdikte wortel waarbij het moeilijk te zien is wat de onderkant en wat de bovenkant is. Bij twijfel kan je de knol op zijn kant in de grond stoppen. De knol breidt zich langzaam uit.
Je kunt de knolletjes het beste in het najaar in de grond stoppen. Door de knolletjes eerst ongeveer 12 uur in een kom met water te weken zullen ze beter bloeien in het voorjaar. De wortels kunnen dan makkelijker door de knolhuid heen breken. Normaal plant je bollen en knollen op een diepte die tweemaal de boldikte is, maar de knolletjes van deze Oosterse anemoon kun je het beste wat dieper planten. Ongeveer 7 cm is prima.
De Anemone blanda kan goed tegen kleigrond en geeft de voorkeur aan een zonnige tot licht beschaduwde plaats en goed gedraineerde grond.
Na de bloei in het voorjaar sterven de bladeren af om pas in het volgende voorjaar weer op te komen. Dit maakt de Anemone blanda uitermate geschikt om onder bladverliezende struiken te zetten of tussen planten die later in het voorjaar opkomen, zoals bijvoorbeeld de Asclepias tuberosa (Zijdeplant). De Oosterse anemoon is ook zeer geschikt voor een rotstuin. Je kunt de Oosterse anemoon als bodembedekker gebruiken, maar omdat de bladeren aan het begin van de zomer verdwijnen, lijkt dat mij een minder geschikte optie.
Bladkleur: groen
Bloeiperiode: maart – april
Bloemkleur: paars
Eigenschap: jaarlijks opnieuw opkomend
Geurende bloem: nee
Grondsoort: normaal/vochtig
Hoogte: 15 cm
Standplaats: zon/halfschaduw
Trekt bijen aan: nee
Winterhardheid: -30 ºC