De Allium is een geslacht uit de narcisfamilie (Amaryllidaceae) en wordt ook sierui of look genoemd. Eerst werd de Allium nog ingedeeld bij de leliefamilie (Liliaceae) en daarna bij de lookfamilie (Alliaceae), maar tegenwoordig is de Allium ingedeeld in de subfamilie Allioideae binnen de narcisfamilie. De Allium komt voornamelijk voor in gematigde streken van het noordelijk halfrond. Onder meer de ui (Allium cepa), knoflook (Allium sativum), prei (Allium porrum) en bieslook (Allium schoenoprasum) zijn bekende culinaire leden van dit geslacht.
Het woord “allium” is Latijn voor “knoflook”.
Er zijn heel veel soorten, zodat er voor iedereen wel een geschikt exemplaar is. Je heb vroeg en laat bloeiende soorten. Ze verschillen in hoogte (10 cm tot 1,5 m) en ook in de gewenste hoeveelheid zon. Er zijn soorten met witte, lila, paarse, gele, violette en roze bloemen, veel soorten trekken bijen aan en sommige geuren. De bloemen worden veel gebruikt in zowel verse boeketten als droogboeketten.
Het mooie van de sierui is dat de bloemstelen ver boven de bladeren uitsteken, zodat je volop kunt genieten van de mooie bloemen. De stelen zijn stevig en hebben over het algemeen geen steun nodig.
Je kunt de bollen het beste in het najaar poten, tussen oktober en december, als het niet vriest, in goed gedraineerde grond. De meeste Alliums geven de voorkeur aan een zonnige plek. Plant de bollen met de punt naar boven twee a drie keer zo diep als de hoogte van de bol. Als een bol dus 5 cm hoog is, plant je hem 10 a 15 cm diep in de grond. Je kunt de bollen in de grond laten zitten. Het volgende jaar komen ze gewoon weer op.
Je kunt de bollen ook uit de grond halen als al het blad is afgestorven en op een droge, donkere plek op kamertemperatuur bewaren om ze dan tussen oktober en december weer in de grond te poten. Dit kun je het beste op een andere plek doen dan waar ze stonden. Zo voorkom je de kans op overdracht van ziektes.
Wat minder mooi is aan de sierui is het blad. Dat wordt vaak al geel voordat de bloemen bloeien. Laat de bladeren toch zitten tot die afsterven. Met behulp van de bladeren verzamelt de sierui energie in de bol om volgend jaar ook weer te bloeien. Probeer de bladeren van de Allium een beetje aan het zicht te onttrekken door er andere planten omheen te zetten.
Veel sieruien verspreiden zich door middel van zaad. Als je dat niet wilt, kun je de uitgebloeide bloem het beste afknippen voordat het zaad rijp is.
Naast vermeerdering door middel van zaad, kan de Allium zich ook door middel van nieuwe bolletjes en rizomen vermeerderen. Het kan zijn dat de bolletjes zich naast de oude bol in de grond ontwikkelen, maar er kunnen zich ook bolletjes ontwikkelen op de steel van de bloem.
Het kan enkele jaren duren voordat zaailingen en de nieuwe bolletjes gaan bloeien.
Bladkleur: groen
Bloeiperiode: april – juli
Bloemkleur: divers
Eigenschap: jaarlijks opnieuw opkomend
Geurende bloem: nee
Grondsoort: normaal/droog
Hoogte: 10-150 cm
Standplaats: zon/halfschaduw
Trekt bijen aan: ja
Winterhardheid: -25 ºC